(2 mei van 10:00 – 16:00 uur)
Door Muiden heen worden er op 2 mei 2025 op verschillende plaatsen fotoplaten geplaatst met afbeeldingen uit de Tweede Wereldoorlog. De foto’s zijn zoveel mogelijk op de historische locatie geplaatst.
Zoek met de kaart de foto’s op. Bij elke foto staat een tekst over de Tweede Wereldoorlog. De route loop je op eigen gelegenheid en zo doe je kennis op van Muiden in de oorlog.

- Jan Klink op zijn paard – Brug Muizenfort
Jan Klink kwam in augustus 1939 tijdens de Mobilisatie uit Utrecht langs de Vecht naar Muiden toe met de veldartillerie om Muiden te verdedigen tegen de Duitsers. Hij kon goed met paarden omgaan en dat was nodig, want de kanonnen werden allemaal nog door paarden getrokken. Hij werd gelegerd in de Kazerne hier vlakbij, maar er waren ook soldaten die in het Muizenfort moesten slapen. Later kregen ze het beter in een zogenaamd barakkenkamp.
Jan Klink werd in maart 1940 met zijn onderdeel overgeplaatst naar de Zuid-Hollandse eilanden, maar na de overgave in mei 1940 kwam hij terug in Muiden en trouwde met een Muidens meisje. Hij bleef hier wonen en werken tot zijn dood in 1994.
- Halifax, opgraving van de bommenwerper – Brug Noordpolder
Op 1 mei 1943 stortte er een Britse bommenwerper neer in de Noordpolder tussen Muiden en Muiderberg. Hij was geraakt door een Duits jachtvliegtuig en kon niet verder vliegen. De piloot probeerde een noodlanding te maken, maar dat mislukte. Het vliegtuig sloeg over de kop en ontplofte in het weiland. De piloot en een ander bemanningslid werden daarbij gedood.
De vijf andere bemanningsleden waren kort daarvoor met een parachute uit het brandende toestel gesprongen. Zij kwamen in het IJsselmeer terecht en verdronken. Ze spoelden aan op de kust en werden allen in Muiden begraven, behalve 1 man die nooit is teruggevonden. In 2003 werden er nog wrakstukken en een motor opgegraven in het weiland van boer Nell. Die liggen nu in Fort Veldhuis tentoongesteld. Langs de Zuidpolderweg staat het Halifaxmonument.
- Broshuiswerknemers die in Duitsland moesten werken – Naarderstraat, Broshuizen
In 1942 moest een groep mannen die werkten bij de aanhangwagenfabriek van de firma Broshuis in Muiden, van de Duitsers naar Duitsland toe om daar in de fabrieken te werken. De meeste Duitse mannen waren weg om te gaan vechten in de oorlog.
Je kon niet weigeren, want dan kregen je ouders of familieleden straf. De mannen reisden per trein naar verschillende plekken in Duitsland. Eén man werd ziek en stierf aan een besmettelijke ziekte. Een andere man ging dood en zijn broer mocht niet op de begrafenis komen omdat ze dezelfde voornaam hadden. Hij werd niet geloofd. Een derde man kwam om door een bom die op de schuilkelder viel. Veel mannen waren jarenlang van huis en hadden het heel moeilijk. Op de plek van Broshuis staan nu deze woningen met de naam Broshuizen.
- Jan Käuderer, de verrader die een brief schreef – Kloosterstraat, voorheen Amroh
Hij werkte bij het bedrijf van zijn broer George, in wat toen nog de Kerkachterstraat heette en nu de Kloosterstraat. Daar werden radio’s en andere geluidsapparatuur gebouwd en verkocht. Het heette Amroh, dat staat voor “American Radio House”. Jan Käuderer was lid van de NSB, de politieke partij die bevriend was met de Duitsers. Hij liet het niet merken, maar hij was heel boos op een groot aantal mensen, want hij vond dat ze niet goed genoeg luisterden naar de Duitsers. Stiekem schreef hij een lange brief aan de Duitse politie om hen te vertellen welke mensen niet in Duitsland wilden werken, of wie stiekem dieren slachtte om op te eten, wie lelijke dingen zei over de Duitsers en zo nog veel meer dingen. Een verrader noemt men zo iemand.
De brief is gelukkig nooit aangekomen, want anders zouden een heleboel mensen erg zwaar gestraft zijn. Jan Käuderer en zijn vrouw, die ook lid was van de NSB, werden na de oorlog in een kamp opgesloten waar het niet prettig was. Zijn vrouw wilde niet meer leven en hij kwam ook nooit meer terug in Muiden. Misschien leeft hun dochter Ellij nog, ergens ver weg.
- Melkbriefje – Kloosterstraat, voormalig R.K.-Verenigingsgebouw
In de winter van 1944-1945 was er bijna geen voedsel meer in het westen van Nederland. In Muiden werd een Noodcomité opgericht om het weinige dat er nog was eerlijk te verdelen. In het Rooms-katholieke Verenigingsgebouw in wat toen nog de Kerkachterstraat heette, werd het eten door het Noodcomité uitgedeeld aan de zwaksten in de gemeente; ouderen, kinderen en zieken.
Melk werd bij de boeren opgehaald door meisjes die daarvoor een speciaal strookje kregen, waarop stond dat zij gemachtigd waren om dit te doen. Huisartsen maakten een lijst waarop stond wie er voor melk in aanmerking kwamen. In de jaren ’80 werd de oude RK Sint Jozefschool gesloopt en ook het RK Verenigingsgebouw verdween. Er kwam een nieuwe school en op de plek van het verenigingsgebouw kwam een speelplaats.
- Claude Murray, alias Jan Smit – Sluishuis, tegenover de Doelen
Claude Murray was een Amerikaanse verkenningspiloot die op 6 oktober 1944 werd neergeschoten door een Duits jachtvliegtuig en met zijn parachute in het IJsselmeer belandde. Na een nacht op Pampus werd hij gered door jonge vissers uit Muiden. Via het verzet kon de piloot onderduiken en na diverse omzwervingen kwam hij op een boerderij bij Muiden terecht. Daar kreeg hij een paar klompen en een vals persoons-bewijs op naam van Jan Smit.
Hij overleefde de laatste maanden van de oorlog op een zolderkamertje in de Korte Zeestraat bij de familie Rozendaal, die een belangrijke rol speelde in het verzet. Na de bevrijding keerde hij terug naar Amerika, maar hij bezocht later Muiden nog diverse malen. In 2009 overleed hij. Een gedenkplaatje op zijn onderduikhuis herinnert aan de ondergedoken piloot. In de Sluisstraat werd hij na de bevrijding onthaald als held.
- Jaap Schulp, gevangene in concentratiekamp Buchenwald – Zeestraat
Jaap of Jacob Schulp, was lid van de eerste verzetsgroep in Nederland, de Geuzen. Hij werd gearresteerd op 15 september 1941 wegens sabotage bij de brandweer-wagenfabriek van Geesink in Weesp. Hij woonde in de Zeestraat in Muiden en werd opgehaald door politieman Schouwenaar, die vlakbij hem woonde. Na een verblijf in de gevangenis in Amsterdam en kamp Amersfoort kwam hij terecht in concentratie- kamp Buchenwald, bij Weimar in het zuidoosten van Duitsland. Daar heeft hij ruim drie en een half jaar gezeten.
Hij redde een Nederlands jongetje, Eduard Meier, van de gaskamer en verborg hem jarenlang. Na de bevrijding keerden ze samen terug naar Nederland. Daar verloren ze elkaar uit het oog. Pas in 1998 vonden de kinderen van Schulp, die inmiddels was overleden, de familie van Eduard Meier in Noord-Brabant terug. Eduard was ook overleden, maar men was heel blij met het contact.
- Johannis Rozendaal was de leider van de Knokploeg (KP) Muiden – Korte Zeestraat
Hij kwam uit een familie in Berkel en Rodenrijs waarin veel verzet werd gepleegd. Zijn broer Koenraad werd daarvoor zelfs geëxecuteerd. Joh, zoals hij genoemd werd, werkte op de kruitfabriek in Muiden. De verzetsgroep liet mensen onderduiken, pleegde sabotage op de spoorlijnen en pleegde zelfs een aanslag op de spoorbrug bij Weesp. Ook verborg de groep de Amerikaanse piloot Claude Murray en ontving wapens bij een dropping in de Noordpolder.
Aan het eind van de oorlog werd de verzetsgroep opgenomen in de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) en bewaakte de Duitsers die zich hadden overgegeven. Rozendaal ontving een schilderij van burgers.
- De BS marcheert langs de Kadesloot – Burgemeester de Raadtsingel
Na Dolle Dinsdag, 5 september 1944, groeide de kleine Knokploeg Muiden uit tot een grote verzetsbeweging. Tientallen mannen sloten zich aan en werden in het geheim geoefend in het gebruik van wapens en explosieven. Ze werden opgenomen in de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) en konden zo na de Capitulatie en de Bevrijding een rol spelen in de handhaving van de openbare orde tot de Canadezen dit overnamen.
- De B.S. in de houding bij de Schoolstraat – Hoek Schoolstraat
De Duitsers die zich overgaven werden na 5 mei 1945 verzameld in de Christelijke school in de Schoolstraat en bewaakt door de B.S. Waar nu het gezondheidscentrum staat en de tandartspraktijk gevestigd is, daar was de School met den Bijlbel met een schoolplein. Het plein was omgeven door een hoog hek en prikkeldraad, zodat men hier de Duitsers eenvoudig kon bewaken tot Canadezen kwamen.